Leiderschapspraktijk 4:  Leiding geven aan de kwaliteit van het onderwijs

Een voorbeeld hiervan is de inzet van de gelden behorend bij het Nationaal Programma Onderwijs. De bedoeling van het geld is dat we achterstanden gingen wegwerken die opgebouwd waren door Corona.
Daarin heb ik een strategische keuze gemaakt. Ik wou het geld gaan inzetten in een programma waar we voor de komende jaren (langdurig) profijt van hebben en waar we de eerste twee jaar (tijd dat we de gelden krijgen)  in moeten gaan investeren. 
Ik heb niet alleen ingezet op een verandertraject waar we het systeem van beslissingen nemen hebben veranderd, maar heb ook door middel van Stichting LeerKRACHT ingezet op het samen ontwikkelen van onderwijs zoals we willen. Daarnaast is het programma ook zo opgebouwd dat ik collega’s faciliteer om tot een goed beleidsplan te komen voor taal en rekenen.

Het faciliteren van bijvoorbeeld de reken coördinator met extra uren en het inzetten van Stichting leerKRACHT heeft ervoor gezorgd dat we op schoolniveau afspraken hebben gemaakt op:

  1. Didactisch vlak ( Instructie verbetering en meer loslaten van de handleiding)
  2. Organisatorisch vlak (Tutor halfuur inc rekenen, duidelijk houden aan Edi model, automatiseren goed integreren)
  3. Keuze gemaakt om volledig digitaal niet meer aan te bieden, maar naar de hybride vorm te gaan.

Bovenstaande heeft het ertoe geleid dat we op rekenen nu een flinke groei hebben laten zien. We werken allemaal volgens de richtlijnen die we zelf hebben gekozen. Daarbij heeft het team deels op intuïtie gewerkt, ook op hun ervaring als professionals en deels ook op theoretische onderbouwing.

Maar ook op pedagogisch vlak hebben we stappen gemaakt. Ik heb ervoor gezorgd dat we als school een collectieve ambitie hoe we willen dat de leerlingen bij ons op school zich gedragen. We hebben afspraken gemaakt voor de doorgaande lijn. 

In september 2021 ben ik weer op klasbezoeken geweest. In het nagesprek gaat het me vooral om de ontwikkeling die we nog kunnen inzetten. Wat moeten er nog gebeuren om jezelf in de ontwikkel modus te krijgen en wat zijn de verwachtingen naar de leerlingen. We moeten als leerkrachten voorspelbaar zijn naar de kinderen. Maar dat geldt ook voor mij. 
Bij de formatiegesprekken bij het bestuur kijk ik ook naar wat de school nodig heeft.  In een voorstel heb ik laten weten dat we in een flow zitten wat betreft ontwikkeling. Dat we ook de tijd en ruimte moeten krijgen om een goed pedagogisch klimaat neer te zetten. We zijn er nog niet en hebben nog meer tijd nodig. We zijn al bezig geweest met het volgende: 

  • Ontwikkelen van het team tot een sterk team
  • Het ontwikkelen de organisatie op het gebied van veiligheid en rust
  • Kwaliteit van onze resultaten zijn ook omhoog gegaan.

Dit schooljaar hebben we ook extra formatie kunnen krijgen. Niet uit NPO, maar uit de werktijdfactor overschot. Het voordeel daarvan is ook dat we meer zijn gegroeid in leerlingenaantallen dan dat we verwacht hebben.

 

Bovenstaande heb ik kunnen monitoren door goed samen te werken met mijn intern begeleider. Ook zij moet ruimte krijgen om goed te kunnen functioneren. Door de visie duidelijk te hebben en het team in de ontwikkel stand te hebben kunnen we flinke stappen zetten. Het team is mede-eigenaar geworden van de zorg. Ook daar wordt de vraag gesteld: Hoe willen jullie het hebben? 

Kwaliteitswerkgroep 
Om zelf ook de focus te houden en gemotiveerd te blijven heb ik een kwaliteitswerkgroep opgericht. Deze bestaat uit mijn ib-er, de reken coördinator  en taal coördinator samen met mij als directeur. Het geeft mijn input over de lopende zaken, maar ook over wat er nog gedaan zou moeten worden.  De kwaliteit kan ik ook monitoren. Maar door verschillende mensen te betrekken bij beleidsmatige zaken zorg ik ervoor dat de collega's zich gehoord voelen, maar dat ze ook mede eigenaar zijn van het verander proces.